- Door de ingang van de nieuwe pensioenwet op 1 juli 2023 kun je veel meer fiscaal voordelig sparen voor de oude dag.
- Dit komt omdat de zogenoemde jaarruimte – het maximale bedrag dat je jaarlijks mag aftrekken bij de inkomstenbelasting omdat je lijfrente stort – fors is verruimd.
- Bekijk hier hoe de nieuwe wet kan uitpakken ten opzichte van de oude pensioenwet.
- Lees ook: Wanneer krijg je AOW? Zolang heb je nog te gaan als je tussen de 24 en 66 bent … en kun je zelf pensioen opbouwen
Op 1 juli 2023 is de nieuwe pensioenwet ingegaan en daarmee zijn de mogelijkheden om zelf voor je pensioen te sparen verruimd. Daardoor kun je nu meer fiscaal voordelig sparen of beleggen voor je oude dag dan voordat de wet inging.
In Nederland kun je op drie manieren kapitaal voor de oude dag opbouwen. Ten eerste krijgen alle Nederlanders AOW bij het bereiken van de AOW-leeftijd. Daarnaast kun je pensioen opbouwen via een of meerdere werkgevers.
Is dit niet voldoende of heb je helemaal geen pensioen opgebouwd via een werkgever, dan kun je zelf sparen of beleggen voor je pensioen via lijfrente of banksparen. In andere woorden: je bouwt een fiscaal vriendelijke spaarpot op die op een later moment periodiek wordt uitgekeerd.
Onder bepaalde voorwaarden mag je het bedrag dat je in lijfrente steekt, aftrekken van van de inkomstenbelasting. Het bedrag dat je jaarlijks mag aftrekken, heet de jaarruimte.
Je mag niet de benutte jaarruimte van voorgaande jaren alsnog gebruiken. In de oude pensioenwet kon je tot 7 jaar terug jaarruimte benutten en in de nieuwe wet tot 10 jaar. De niet-benutte jaarruimtes bij elkaar heten reserveringsruimte.
3 x fiscaal voordeel
Met de jaarruimte kom je op drie fiscale voordelen als je via lijfrente pensioen opbouwt:
- Je betaalt minder belasting in box 1 door de jaarruimte.
- Je betaalt geen vermogensbelasting in box 3 over het geld dat je in lijfrente steekt.
- Als je de AOW-leeftijd bereikt, geldt een lager belastingtarief in box 1. Je betaalt minder belasting over je inkomen en dus ook over de lijfrente die dan periodiek wordt uitgekeerd.
Hoe groot de jaarruimte is - dus hoeveel je maximaal jaarlijks mag aftrekken van je inkomen als je lijfrente stort - is afhankelijk van verschillende factoren, zoals je inkomen en hoeveel pensioen je bij een werkgever hebt opgebouwd.
Met de ingang van de Wet toekomst pensioenen op 1 juli 2023 is de jaarruimte fors verruimd, merkt financieel intermediair Van Bruggen Adviesgroep op in zijn nieuwsbrief van deze week.
Dat komt omdat in de berekening van de jaarruimte het zogenoemde opbouwpercentage is verhoogd van 13,3 procent naar 30 procent. Het opbouwpercentage is het percentage over je bruto inkomen dat je fiscaal vriendelijk mag wegzetten.
In werkelijkheid wordt in de berekening van de jaarruimte het bruto inkomen verminderd met de zogenoemde AOW-franchise. Dat is het bedrag waarover je geen pensioen mag opbouwen omdat je later AOW krijgt. De AOW-franchise is in 2023 13.646 euro.
In een vereenvoudigd voorbeeld laat Van Bruggen Adviesgroep zien hoeveel jaarruimte ontstaat met de ingang van de nieuwe wet. In dit versimpelde voorbeeld neemt Van Bruggen het inkomen van 2022 mee en de pensioenaangroei bij een werkgever (Factor A).
Zo voordelig kan de nieuwe wet uitpakken
Stel dat je in 2022 55.000 euro verdiende en 1.000 euro pensioenaangroei bij een werkgever had, dan had je 1.000 euro jaarruimte in de oude berekening. In de nieuwe berekening is de jaarruimte ruim 10.000 euro. Dat is dus het bedrag dat je bij de belastingaangifte van 2023 mag aftrekken, aldus Van Bruggen.
In dit geval zou je zelfs 3.693 euro terugkrijgen van de Belastingdienst. Voor bepaalde hogere inkomens kan de teruggave zelfs oplopen naar 4.950 euro. Bedenk wel dat als je dit geld wegzet als lijfrente, je er een lange tijd niet bij kunt. Je betaalt hoge boetes als je lijfrente afkoopt, aldus Van Bruggen.
Zoals gezegd, was dit een vereenvoudigd voorbeeld. In werkelijkheid wordt naast het bruto inkomen en de factor A ook de AOW-franchise en de FOR dotatie (Oudedagsreserve) bij ondernemers, zzp'ers en freelancers meegenomen.
Naast het opbouwpercentage brengt de nieuwe pensioenwet meer veranderingen met zich mee. Voor de volledigheid hebben we ze hieronder op een rij gezet.
- Het opbouwpercentage gaat van 13,3 procent naar 30 procent.
- De reserveringsruimte gaat van 7 naar 10 jaar.
- De maximale reserveringsruimte gaat naar 38.000 euro. Dit was 17 procent van de premiegrondslag (bruto inkomen - AOW-franchise) met een maximum van 8.056 euro.
- Je mag tot 5 jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd inleggen. Voorheen was dit tot de AOW-leeftijd.